Ajax kroonde zich vorig seizoen voor de dertigste maal in de clubhistorie tot landskampioen van Nederland. Eén van de meest moeizame overwinningen richting de titel kwam tot stand in Nijmegen, waar NEC uiteindelijk met 1-2 werd verslagen door doelpunten van Miralem Suljemani en Toby Alderweireld. De zege was gelukkig, daar de thuisploeg in de eerste helft een voorsprong had genomen via Lasse Schöne en nadien enkele riante mogelijkheden om zeep hielp.

Ajacied Jan Vertonghen kan zich het duel in de 31ste speelronde nog goed voor de geest halen. ”Die wedstrijd moesten we winnen met het oog op het kampioenschap”, vertelt de aanvoerder op het digitale thuis van zijn club. ”Vleminckx miste de kans op 2-0 dankzij een geweldige redding van Kenneth Vermeer. Later maakte Micky Sulejmani de 1-1 na een steekpass van Christian Eriksen. Dat was het keerpunt voor ons. Uiteindelijk maakte Toby Alderweireld de winnende treffer.”

De Belgische verdediger vervolgt: ”NEC heeft wat meer voetbal dan de afgelopen jaren en wat aan werklust ingeleverd met het vertrek van onder meer Björn. Ze hebben echter een heel leuk team. Het zal weer een gek potje worden”, verwacht Vertonghen.