Na de nederlaag van afgelopen zondag tegen PSV staat nu de derde bekerronde op het programma voor NEC. De Nijmegenaren nemen het donderdagavond op tegen Cambuur. In Friesland mogen spelers met minder minuten zich zelf bewijzen. Trainer Rogier Meijer blikt vooruit op de ontmoeting met Cambuur.
“Het is de realiteit dat je geen punten pakt”, zo begint Meijer. “Je speelt beter dan tegen RKC uit (2-1 verloren, red.) en je komt als team de afspraken goed na. Achteraf gezien heb je tegen de koploper, zeventig minuten lang de plannen goed uitgevoerd. Alleen kun je het resultaat dan niet over de streep trekken”, concludeert Meijer.
“De wedstrijd had anders kunnen verlopen wanneer je de 2-0 maakt, maar dat is niet gelukt.” Daarmee doelt de trainer op de kans van Tavsan. “Uiteindelijk speelt in zo’n wedstrijd het fysieke aspect een grote rol, want het tempo zat er goed in. We waren niet meer goed aan de bal en konden onszelf de rust niet geven om een kans op te bouwen. Uiteindelijk vallen er dan toch twee tegengoals, dat is zonde gezien de prestatie die je levert maar het is wel iets om aan verder te kunnen werken”, aldus de trainer.
Gezien de fitheid van de spelers ziet de trainer met zijn staf geen belemmeringen. “De spelers kunnen gewoon negentig minuten lang voetballen.” De drie wedstrijden in een week tijd zal met deze selectie daarom geen probleem zijn volgens Meijer. “De ene speler zal wat meer tijd nodig hebben om te herstellen, maar hierin hebben we voldoende keuze.”
De trainer heeft zin in de bekerwedstrijd en zal met zijn sterkst mogelijke elf namen aan de aftrap verschijnen. “Cambuur is een leuke tegenstander, waarbij je zelf ook je eigen spel kan spelen. In de vorige ontmoeting verloor je weleens waar met 2-3, maar hebben we als team een leuke wedstrijd gespeeld. Je verzuimde destijds om in de eerste helft meer te scoren en dat moet beter kunnen.” Meijer verwacht dan ook morgenavond een open wedstrijd met leuk voetbal. “We willen graag naar voren voetballen en dat zullen we mogen dus ook gaan doen”, sluit Meijer af.
Foto: Rob Koppers